zaterdag 28 januari 2012

Parels voor de zwijnen

Een beetje stad heeft een bijnaam. Mokum. De eeuwige stad. De lichtstad. The Big Apple. Sommige bijnamen zijn pure poëzie, zoals ‘Het zilveren kopje’ (Cadiz) of ‘De Stad met de Duizend Torens’ (Praag). Ik houd zelf ook erg van ‘La Capitale du Parapluie’ (Aurillac).

Steden die weinig veren hebben om mee te pronken, ontlenen hun bijnaam vaak aan een levensmiddel. Het Hongaarse Kalocsa claimt de 'paprikahoofdstad' te zijn en het Amerikaanse Greenfield zelfs 'the world capital of broccoli'.

Maar ja, voor een krop broccoli komt de gemiddelde toerist z'n bed niet uit. Wel voor een bijzondere edelsteen. Daarom is het niet gek dat veel steden en dorpen claimen 'een parel te zijn'. Beroemde parels zijn Dubrovnik, de 'parel van de Adriatische kust' en Boedapest, 'de parel van de Donau.'

Maar ook in eigen land zijn volop parels te vinden. Bij voorkeur tussen de zwijnen, op het platteland. Kent u de plaatsen Oudemirdum, Havelte, Luttenberg, Amerongen en Heeze? Het zijn de parels van respectievelijk Gaasterland, Drenthe, Salland, de Utrechtse heuvelrug en Brabant. In tegenstelling tot Dubrovnik en Boedapest kunnen ze meestal niet bogen op middeleeuwse stadsmuren of een majestueuze ligging aan de rivier. Maar soms wel op een klompenmakerij of een aardige boerderij.

Je hebt dorpen die zich weliswaar parel noemen, maar zelf ook wel inzien dat ze daarmee te ver gaan. Bellingwolde bijvoorbeeld claimt een parel te zijn, maar voegt daar meteen relativerend aan toe 'van Oost-Groningen'. Aan die deemoed ontbrak het in het Friese Drachten, een van de lelijkste plaatsen boven de IJssel. Toch durfde die stad zich schaamteloos 'parel van het noorden' te noemen.

Ik heb lang gezocht naar de overeenkomst tussen het zielloze Drachten en een parel. Nu weet ik het. Ze zijn beide ontworpen door weekdieren.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten